By Author | [ A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z | Other Symbols ] |
By Title | [ A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z | Other Symbols ] |
By Language |
Download this book: [ ASCII | HTML | PDF ] Look for this book on Amazon Tweet |
Title: Californie Author: Dillon, Guillaume Patrice Language: Dutch As this book started as an ASCII text book there are no pictures available. *** Start of this LibraryBlog Digital Book "Californie" *** (Koninklijke Bibliotheek, The Hague) +--------------------------------------------------------------------+ | | | Opmerkingen van de bewerker: | | | | Tekst die in het origineel schuingedrukt is wordt hier | | weergegeven tussen _ en _ als in _tekst_. | | | | Het oorspronkelijke taalgebruik is zoveel mogelijk behouden, | | inclusief variaties in spelling, gebruik van koppeltekens e.d. | | Slechts enkele overduidelijke zetfouten zijn gecorrigeerd: | | enkele ontbrekende leestekens ingevoegd, | | 'kracher' gecorrigeerd in 'krachtiger', | | 'ongelden' in 'opgelden', | | 'roep de boekhouder' in 'roept de boekhouder', | | 'der regtspleging' in 'de regtspleging', | | 'vond' in 'vondst'. | | | | Een deel van het origineel was zeer slecht leesbaar of ontbrak. | | Hier is geprobeerd de ontbrekende tekst zo goed mogelijk aan te | | vullen. | | | | Waar in de tekst sprake is van 'zekere Brennan' wordt | | waarschijnlijk Samuel Brannan (1819-1889) bedoeld. | +--------------------------------------------------------------------+ CALIFORNIE. Hoe veel ook reeds over dit fabelachtige land geschreven is, blijft de weetlust dienaangaande echter nog steeds onbevredigd, en wij meenen onzen lezers dus geene ondienst te doen, met hun het zeer boeijende verhaal mede te deelen van eenen geloofwaardigen ooggetuige, de heer P. Dillon, consul van Frankrijk op de Sandwichs eilanden, die in de laatste dagen van September en de eerste van October 1849, die wonderstreek bezocht: Ik werd met het fregat _la Poursuivante_ van de Sandwich eilanden naar San Francisco overgebragt. Het trof mij, dat naar mate wij het doel onzer reis meer naderden, de twijfelingen ten aanzien van Californië toenamen. Zoo was men te Valparaiso wel zeker van het bestaan der goudmijnen; maar men meende vrij algemeen dat het land ongezond was, dat er regering noch wetten bestonden, en dat men vrij onbeduidende resultaten schier altijd met zijn leven betaalde. Op Otaheite, dat slechts veertig dagen zeilens van Californië verwijderd is, heerschte dezelfde twijfel, wantrouwen en nieuwsgierigheid. Ieder was op zijne hoede als er een schip van het el Dorado kwam; ieder was gretig naar nieuwe bijzonderheden, en toch kon niemand zich een juist denkbeeld van den staat van zaken vormen. De ingang der haven van San Francisco gelijkt veel op dien van Brest; hij is zoo naauw, dat de forten die men op beide zijden wil oprigten, hem volkomen bestrijken en hun vuur kruisen; de haven is bovendien diep genoeg om de grootste schepen te kunnen bevatten. Wanneer men aan den ingang komt, dan ontrolt zich voor het oog niet eene haven, ook niet een meer, maar eene geheele Middellandsche zee in het klein. San Francisco's haven zou met gemak alle vlooten der wereld kunnen bevatten, en men mag zich met regt verwonderen, dat een zoo heerlijk punt, zoo lang ongebruikt is gebleven. In de baai op eenigen afstand van den ingang, ligt een eilandje dat de schoonste gelegenheid voor de oprigting eener batterij aanbiedt, en dus dit reeds zoo sterke punt nog krachtiger maakt. Herba Buena, anders gezegd San Francisco, ligt, wanneer men de baai binnen stevent, aan de regterhand, een weinig voorbij het oude Spaansche fort; het is eene stad die thans 50,000 zielen telt, en binnen eenige jaren de beheerscheres der Stille of Zuidzee belooft te zullen worden. Mast-bosschen, die, zich al verder en verder uitstrekkende--zoodat zij eindelijk met den horizont ineen smelten--herinneren aan Havre en Marseille. Ik vond 340 groote koopvaardijschepen bij de stad geankerd, behalve nog een aanzienlijk getal schoeners en brikken. Alle, zonder uitzondering, hadden hunne equipagiën verloren, en van vele waren zelfs de kapiteins gedeserteerd. Eene enkele Amerikaansche korvet, van welke de vlag van den commodore Jones woei, bewaakte al die rijkdommen. Wij traden zonder moeijelijkheid aan wal, op een hoofd, dat men beneden het oude fort heeft aangelegd. Hier zijn geene commiesen om ieders zak te doorzoeken of met den peilstok in de hand kisten en koffers na te gaan. Al die formaliteiten zijn den Amerikanen geheel onbekend. Voor hen heeft de tijd even goed waarde als de goederen, en al wat hun zonder blijkbare noodzakelijkheid er een deel van ontneemt, beschouwen zij als eene inbreuk op hunne regten als vrije menschen. In de oogen van den Amerikaan bestaat de ware vrijheid niet in het straffeloos verkondigen van buitensporige philosophiën aan een naar genot hakend auditorium, maar in de bevoegdheid om zich zonder belemmering bezig te mogen houden, met dat geen waarvoor men neiging gevoelt. Te San Francisco, waar men voor anderhalf jaar nog slechts eenige lompe hutten vond, pralen thans eene beurs, een schouwburg, kerken voor alle Christelijke gezindheden en vele huizen die er zeer goed uitzien. Sommigen zijn van steen, maar de meesten van hout. De gevels zijn gewit of geschilderd, de straten goed regt en het geheel maakt een goeden indruk. Aan twee kanten der stad strekken zich langs het strand, zoo ver het oog reiken kan, rijen tenten uit; eene stad van nieuwe soort vormende, waaraan eene zekere originaliteit niet ontbreekt. Alvorens den togt naar de mijnen te aanvaarden, vertoeven daar de landverhuizers uit beide werelddeelen eenigen tijd. Daar woont de voormalige minister van justitie van koning Kamehameha (van de Sandwichs-eilanden), thans de geduchtste roover van Californië. Daar zijn moordenaars, oudermoordenaars, struikroovers, zeeschuimers en andere bandieten vereenigd, die de arm der geregtigheid nog niet bereikt heeft. Dáár is ruime stof voorhanden voor blij- en treurspel, maar voornamelijk voor het laatste. Ongeloofelijke ontvlugtingen en avonturen, doller dan eenig romancier ooit durfde uitvinden, wachten daar hunnen toekomstigen geschiedschrijver. San Francisco gelijkt op een reusachtigen bijenkorf, door deszelfs onophoudelijk gegons. Ik beklaag den philosooph, den denker, die in de straten dier stad mogt geraken, want met iederen stap loopt hij gevaar te midden zijner overpeinzingen verpletterd te worden, want men roept hier niet _pas op!_ Stevige knapen van forschen ligchaamsbouw, met suikerbroodvormige hoeden op, zweepen en drijven hun gespan zonder het minste acht te slaan op de voetgangers. Aan beide zijden der straat ziet men talrijke lieden met haastige schreden voortstappen; hetzij naar het tolhuis, een lomp gebouw in het midden der stad, of naar de beurs, die tusschen twee speelhuizen ligt, en voor hetwelk steeds groepen gretige speculanten te vinden zijn. Alle volkeren der wereld zijn ruim vertegenwoordigd onder den handelstand te San Francisco; maar, gelijk te verwachten was, hebben de Amerikanen er de bovenhand. De Amerikaansche wetten veroorloven iedereen, dat vak bij de hand te nemen, waarin hij het meeste smaak heeft. Dientengevolge is iedereen makelaar, consignataris, bankier, geldwisselaar, vendumeester,--velen vereenigen zelfs al die vakken. Het is mij onbekend of de reeder of koopman te Havre die goederen in consignatie naar San Francisco zendt, goede zaken doet; maar zeker is het, dat de consignataris er geen geld bij toelegt. De nota van zijne verschillende winsten, onder de benamingen van courtage, verschil in den wisselkoers, pakhuishuur, enz. zou zijne Europesche confraters doen watertanden. Zonder overdrijving mag men die gezamenlijke opgelden wel op 50 pCt. van de bruto-opbrengst schatten. Uit billijkheid moet men echter ook erkennen, dat de consignataris te San Francisco zware lasten te dragen heeft. Behalve de duurte van het leven in een land, waar een ei 5 francs en een aardappel 3 francs kost, varieeren de huren tusschen 150,000 en 300,000 francs 's jaars. Er zijn vele huizen, die hunnen eigenaren tot zelfs 800,000 francs per jaar opbrengen. Hoe belangrijk ook de door de mijnen van Californië verkregen resultaten mogen zijn, en hoe talrijk de hulpbronnen van San Francisco als handelscentrum wezen mogen, kan zulk een staat van zaken toch niet lang voortduren. Wat voor dezen oogenblik eene kunstmatige en buitensporige waarde aan de gebouwen te San Francisco bijzet, is het groot aantal der speelhuizen die men er heeft opgerigt. Zoodra er een huis te huur komt, maken de spelers er zich tot elken prijs van meester en de bank installeert er zich met den geheelen boedel van roulettes. Er bestaan thans meer dan 100 dusdanige inrigtingen, iederen avond opgevuld met Chinesche, Mulatsche, Maleische en Sandwichsche landloopers, kortom avonturiers uit alle landen en allen bandieten van de eerste soort. Alle volken van den aardbol hebben een deel van hun schuim in dat riool uitgestort. Niets is zonderlinger dan het schouwspel, dat die speelhuizen alle avonden na 8 uur vertoonen. Voor de deur belemmert eene dik opeengepakte menigte den toegang; van binnen dringen de spelers tot aan de _monte_-tafel door en raken dikwijls handgemeen. Op andere plaatsen worden dusdanige twisten met den vuist of den voet beslecht; maar in Californie wordt eene beleediging of zelfs een ligte stoot oogenblikkelijk gevolgd door een dolkstoot of een pistoolschot. "Stil daar!" roept de boekhouder wanneer een pistool in de zaal gelost wordt, "verwenschte schurken, wat maakt gij een leven!" "Ik zal u doorboren als een zeef; als ik het niet doe, haal mij de duivel!" wordt weder van een anderen kant geroepen: zoo luiden de korte maar krachtige uitroepen die men aan verschillende zijden hoort. Is de speler, die doorgaans regtstreeks van de mijnen komt, tot aan de tafel doorgedrongen, dan maakt hij zijn lederen geldriem los, drinkt op het eene eind en laat eenige goudklompjes op het groene kleed rollen. De _head manager_ (president) strekt de hand uit, weegt de stukken op een naast hem staand schaaltje en betaalt de waarde uit in onsen van 85 francs elk. Men gaat aan het spelen; diezelfde hand haalt een ons weg; tweede spel, zelfde gevolg. Na 15 of 20 minuten moet de speler op nieuw den geldriem los maken. Zelden verwijdert zich een speler zonder dat de bank hem in éénen nacht van de vrucht van maanden lange ontberingen beroofd heeft. Ik had gedineerd bij een der gelukkigste speculanten van San Francisco. Het was een Amerikaan, een oud bankroetier uit de Vereenigde Staten, die zes maanden te voren in Californië was gekomen en thans reeds bezitter was van een fortuin, die op een millioen francs geschat werd. Onder de gasten bevonden zich onderscheidene officieren van de Amerikaansche armée en vloot. Het diner had ten gevolge van de vele toasten en redevoeringen tot laat in den avond geduurd. Bij het vertrek bood een der officieren aan, mij ten geleider door de stad te strekken. Ik nam het aan en kort daarop traden wij een der drukst bezochte speelhuizen binnen. Toen wij niet zonder moeite tot bij de groene tafel doorgedrongen waren, haalde ik een vijffrancsstuk uit den zak en wierp het als een wanhopige op tafel. Een nog jong man, met een zwaren baard en van een arristocratisch en ernstig uitzigt, nam het presidium waar. Hij hield een oogenblik met het behandelen der roulette op; en na mij aangestaard te hebben, nam hij mijn zilverstuk, en het mij onder een beleefden glimlach toereikende, zeide hij in zeer goed Fransch tegen mij: "Ik zie wel, dat mijnheer een vreemdeling is en zich aan onze gebruiken nog niet gewend heeft. Wij spelen hier om geene vijffrancsstukken, maar om gouden onsen. Zou mijnheer zijn vijffrancsstuk wel willen terugnemen?" Ik was getroffen door de manieren van zulk een beminnelijken president en wachtte op eene gunstige gelegenheid om met hem in gesprek te treden; hij was daartoe ook wel geneigd. "Gij wildet gaarne weten," zeide hij, "of onze bank goede zaken doet; ik zal eens openhartig met u zijn: zij gaan vrij goed, met uitzondering van dezen avond die verfoeijelijk geweest is. Zoo met een moeten wij sluiten en ik twijfel er aan of dan al onze winsten sedert 8 ure, wel 20,000 piasters bedragen. Gelukkiglijk zijn wij op vorige avonden beter geslaagd; anders zouden wij wel te beklagen zijn, want niet meer dan 20,000 piasters op éénen avond winnen, is voor eene bank hier te lande, zoo goed als in een bosch te zijn afgezet." Vervolgens verhaalde hij mij, dat hij tot aan Junij 1848 eene groote rol in de clubs te Parijs gespeeld had, maar toen achtte hij het raadzaam van tooneel te veranderen. De hartstogt van het spel is in Californië niet door de Amerikanen ingevoerd; want ten allen tijde hebben de bewoners van die landstreek er zich met groote drift aan overgeven. In Mexico is dit nog tegenwoordig het geval. _Monte_ is het meest geliefkoosde spel, maar roulette telt er ook hare vrienden. De bevolking van San Francisco groeit dagelijks aan door de landverhuizers, die over zee uit alle deelen der wereld komen. De Sandwichs-eilanden, Otaheite, Nieuw Zeeland en Sidney hebben alle in meerdere of mindere mate daardoor hunne blanke bevolking verloren. Al die ongelijksoortige bestanddeelen zijn tot ééne groote massa werklieden zamengesmolten. Voor het oogenblik zijn zij afwezig, maar zij zullen allen bij het naderen van den winter in de stad eene schuilplaats komen zoeken. Als bevolking vindt men er thans eigenlijk slechts kooplieden, scheepsgezagvoerders en diegenen, die, in de mijnen wat overgegaard hebbende, dit te San Francisco in spel en overdaad komen verkwisten. De bevolking bestaat bijna uitsluitend uit mannen en de weinige eerlijke vrouwen, die hunne mannen herwaarts gevolgd hebben, durven zich schier niet op straat vertoonen. Evenwel neemt men reeds eene aanmerkelijke verbetering te dien aanzien waar; sedert de Amerikanen de overhand te San Francisco gekregen hebben, kan niemand meer straffeloos eene vrouw beleedigen. Nergens worden, gelijk bekend is, de vrouwen meer geëerbiedigd dan in de Vereenigde Staten. Overigens is hier een handel in vollen bloei, dien men in Europa ongetwijfeld verfoeijelijk zou noemen; er gaat namelijk geene week voorbij, zonder dat eenig Chiliaansch of Amerikaansch vaartuig, door dezen of genen speculant bevracht, eene geheele lading vrouwen aan de markt brengt. Men heeft mij verzekerd, dat deze handel tegenwoordig de meeste en zekerste winsten afwerpt. Zoo men de afzonderlijke deelen wilde gaan onderzoeken, waaruit de handeldrijvende bevolking van San Francisco bestaat, dan zou men er al zeer zonderlinge vinden. Alle gefailleerde kooplieden van New-York, alle door de justitie vervolgde bankroetiers, alle plannenmakers en fortuinzoekers zijn als een vogelzwerm op dit land van belofte nedergevallen. "Kijk hem eens aan," zeide mijn geleider, die zelf een Amerikaan was, "dat is een onzer grootste geesten. Als chef van een der grootste huizen van Baltimore durfde hij het stoute plan vormen, om al het versche vleesch der Unie te monopoliseren, ten einde het later te verkoopen tegen den prijs, dien hij zou gelieven vast te stellen. Reeds had hij de kudden in drie vierde gedeelte der staten opgekocht, toen een andere Amerikaan, ook een schrandere bol, in tegenovergestelden geest begon te speculeren. De strijd tusschen deze twee reuzen was langdurig en vreeselijk. Het volk bij ons, dat hoogst gevoelig is voor alles wat den stempel van grootheid draagt, sloeg hen langen tijd met de grootste belangstelling gade. Ongelukkig was het totale verderf der kampvechters, het einde dezer worsteling. Evenwel," zoo ging mijn cicerone voort, "hebben beiden zich sedert weder van dien slag hersteld. Hij, dien gij dáár ziet, kwam zes maanden geleden zonder een penning hier aan; thans heeft hij een fortuin van 500,000 francs. Zijn oude tegenstander is er nog beter bij gevaren. Thans maken zij zich gereed, om op dit nieuwe terrein, een laatst en schrikkelijk gevecht te leveren. Ook die lange kerel, die ons in het Fransch groette, is een onzer heldere koppen. Voor eenige jaren was hij bankier te New-York en was voornemens ééne unieke en kolossale bank op te rigten op de puinhoopen van alle andere soortgelijke inrigtingen. Zijn streven, dat door eene buitengemeene bekwaamheid en doorzetting gekenmerkt werd, zou met den besten uitslag bekroond zijn geworden, toen de president der Vereenigde Staten eene wet liet aannemen, die de oprigting der nieuwe bank belette. Het publiek aarzelde aan welken dezer beide groote mannen het zijnen bijval zou schenken; maar de president, generaal Jackson, zonder er zich veel om te bekommeren, zat den bankier op de hielen, die, om zich te onttrekken aan deze vervolging en aan die der plotseling tegen hem opgestane crediteuren, geen anderen uitweg zag dan het hazenpad te kiezen; waarop hij zich onder ons kwam vestigen." Terwijl mijn gids mij aldus bekend maakte met de heldendaden zijner landgenooten, werden wij aangesproken door een persoon met een rood gelaat en van eene athletische gestalte. Hij was van top tot teen gewapend en droeg een ontzagchelijk groot jagtmes in een geel lederen gordel. Nadat deze zonderlinge verschijning verdwenen was, zeide mijn gids: "Dat is kolonel X... van den Missisippi. Hij is overland van Texas gekomen en heeft Mexico over deszelfs geheele breedte doorreisd. Hem is een zonderling avontuur overkomen, dat veel sensatie heeft gemaakt, zelfs hier, waar wij ten aanzien van het wonderbare reeds alle scholen doorloopen hebben. Hoor maar eens. Des kolonels corps, zamengesteld uit stevige landlieden uit de westelijke staten, was voortgerukt tot de sterke Mexicaansche stad Durango van 35,000 zielen en vond daar de geheele bevolking in volslagen wanhoop. Den vorigen dag waren 500 Indianen van den stam der Apachen, die op de oevers van den Colorado woont, verschenen, en hadden de stad met plundering bedreigd, zoo men hun niet op staanden voet 50 vrouwen en even veel jonge meisjes in handen leverde. De ontaarde afstammelingen van Cortez spitsbroeders, sidderen tegenwoordig reeds op de enkele gedachte van een Apache Indiaan; zoo bewilligden de inwoners van Durango dan ook, na een flaauwen zweem van aarzeling, in den eisch, en de Indianen namen, behalve de hun overgeleverde vrouwen, ook op hunnen terugtogt naar den Colorado alle kudden mede, die zij onder weg tegen kwamen. Kolonel X... kennis gekregen hebbende van dit voorval, bood aan, voor de som van 4000 piasters de stroopers te vervolgen en de vrouwen terug te brengen. De stad nam dit aanbod vol blijdschap aan en onderteekende terstond een contract voor die som. De kolonel vertrok met zijne partijgangers en bereikte op den derden dag de Indianen, die weder bij hunnen stam gekomen waren. Het gevecht had plaats te paard en met buksen. De krijgslist der Indianen is, zich, terwijl zij hun paard in galop brengen en deszelfs manen grijpen, aan eene zijde neder te buigen en uit te strekken, zoodanigerwijze dat een hunner voetzoolen het eenige mikpunt voor hunnen vervolger is, terwijl juist dat been hun dient om hun evenwigt in die moeijelijke stelling te bewaren door hetzelve sterk tegen de zijde van het paard te drukken; in weerwil dat zij ook thans weder deze list te baat namen, leden zij toch eene volslagen nederlaag. De kogels van den kolonel--dank zij den onfeilbaren blik, die den Amerikaanschen jager onderscheidt en die maakt dat geen voorwerp, hoe klein ook, zijn zeker schot ontkomen kan--vlogen met onovertreffelijke juistheid en tot onbeschrijfelijken schrik der Indianen, in den blooten voet. Na 7 of 8 dagen afwezig te zijn geweest, rukte de kolonel Durango weder binnen; hij had drie zijner manschappen verloren, maar bragt de vrouwen en meisjes weder mede. Maar, wel verre van hem hunne erkentelijkheid te betoonen, weigerden de inwoners van Durango nu, hem de overeengekomen som te betalen en gelastten hem, en zijnen volgelingen, de stad te ruimen. Op die onbeschaamde boodschap liet de dappere kolonel antwoorden, dat hij niet vertrekken zou, alvorens hem de 4000 piasters zouden uitbetaald zijn en dat hij, wanneer zulks niet binnen 24 uren geschied was, zich met zijn 27 manschappen van de stad zou meester maken. Dat antwoord werkte krachtig. De alcade van Durango kwam den volgenden morgen met de 4000 piasters in klinkende specie, waarna de kolonel, volgens zijne eigene uitdrukking, het stof van zijne schoenen schudde en bedaardelijk op andere avonturen uitging. Het meest staat men te San Francisco verbaasd over de zeldzaamheid van den diefstal, in weêrwil van de vele verlokselen van dien aard, die er voor de gewetenlooze bevolking aldaar bestaan. Op de binnenplaatsen, voor de deuren, in de straten, op de pleinen, kortom overal, stoot men tegen stapels goederen uit alle streken der wereld, die hier nedergeworpen zijn en zonder eenigerlei bescherming of toezigt schijnen te zijn; en toch komen de schelmen en gaauwdieven van beroep, waarvan de stad vol is, nooit op de gedachte om er aan te raken. De reden daarvan is dat Californië, even als vele andere min beschaafde landen, zijn eigen en algemeen erkend wetboek van zedelijkheid heeft. Zoo mag men zich wel de uitspanning van een dolkstoot of een pistoolschot tot wraakneming of in een twist veroorlooven; maar aan een andermans goed te raken is het monsterachtigste van alle vergrijpen; geschiedt dit al een enkele maal, dan vliegt oogenblikkelijk een twintigtal kogels uit de omliggende tenten en huizen naar den dief. Kooplieden, mijnwerkers, schippers, allen verlaten terstond hun werk om hem te vervolgen, want ieder heeft belang bij het beletten van den diefstal; en echter zijn er noch soldaten, noch gendarmen om in het bijzonder voor de openbare veiligheid te waken. Zulk een staat van zaken zal bij den eersten aanblik verbazing, ja schier verontwaardiging wekken; men kan maar niet begrijpen dat een gouvernement zoo in zijn voornaamsten pligt te kort schiet, van aan een land, dat zich onder zijne hoede geplaatst heeft, zelfs niet eene officieele en regtstreeksche bescherming te verleenen; maar vele zaken die den Europeaan verwonderlijk voorkomen, zijn voor den Amerikaan zeer eenvoudig en duidelijk. De maatschappij is, naar zijn oordeel, niets dan eene verzameling van schrandere en vrije personen, waarvan ieder, door eene natuurlijke aandrift, naar zijne eigelijke plaats streeft. Nu zou, zijns inziens, de tusschenkomst van het burgerlijk gezag buiten de uiterste noodzakelijkheid, dat streven slechts belemmeren en in verwarring brengen; en is het beter zich zelven met het te keer gaan van zekere maatschappelijke wanordelijkheden te belasten, dan die zorg aan den staat over te laten en zich zelven aldus in eene soort van voortdurende voogdijschap te plaatsen. Eene zeer opmerkenswaardige omstandigheid heeft mij te San Francisco getroffen, namelijk de populariteit, welke zij genieten, die gelegenheid gehad hebben om burgermoed aan den dag te leggen. Zoo leefde er, toen ik Californië bezocht, nabij den Sacramento een alcade, wiens district in den aanvang de algemeene verzamelplaats was geweest van alle van buiten afgekomen bandieten. De misdaden waren aan de orde van den dag, de overtredingen waren in het geheel niet te tellen. De koene alcade had voor dezen zoowel als voor genen slechts één zelfde huismiddeltje. "Hang maar op!" was onveranderlijk zijn kort maar krachtig vonnis, wanneer een beschuldigde voor zijne balie gebragt werd. Het volk, dat de functien van policieagenten waarnam, liet zich dit geen tweemaal zeggen; het hing den delinquent op en ging dan bedaard aan zijne gewone bezigheden. Was de zaak een moord, een diefstal van een zakdoek of een pijp, het vonnis luidde altijd zonder de minste variatie: "Hang maar op!" en werd ook steeds ongenadig en naar de letter uitgevoerd. Zoo soms iemand de aanmerking maakte dat de beschuldigde misschien wel onschuldig was en dat men in allen gevalle zijne verdediging kon hooren, dan antwoordde de alcade: "Kom! kom! gij weet wel, vrienden, dat er geen onschuldige onder u is; heeft hij de misdaad niet bedreven waarvoor hij teregt staat, dan heeft hij er toch andere gedaan, hier of elders; dus, hang maar op!" De omstanders glimlachten dan eens en knoopten den patient op. Toenmaals was het oude Spaansche stelsel nog in zwang, waarbij de alcade alle magt bezat en er van jury geen sprake was. Later kwam hier verandering in, want de Amerikanen konden zich niet ontdoen van hunne liefde voor eene instelling, die zulk een krachtigen dam tegen despotismus is. Echter moet het gezegd worden dat de bijvoeging van de jury onder de toenmalige omstandigheden de regtspleging slechts grotesker maakte. Hoevele malen is niet eene jury van twaalf beschonkenen bijeengekomen, om eenen dertienden dronkaard te vonnissen! Het bijna onveranderlijke verdikt van "schuldig" werd gevolgd door des alcades geliefkoosd formulier: "Hang maar op!" Dan aanschouwde men het wonderbaarlijkste tooneel, dat zich denken laat. De president der jury, met een krachtigen roes aan, haalde een bijbel uit den zak en las den rampzaligen veroordeelde een kapittel voor. Vervolgens werd hij door ieder gezworene omhelsd, die hem verzekerde dat alleen zijn geweten hem het gevelde verdict had voorgeschreven. "Kom, kameraad, moed gevat!" voegden zij er bij; "gij hebt nog een kwartier over, onderwijl de strop wordt klaar gemaakt. Hoe wilt gij dat doorbrengen? Wilt ge een pijp en tabak? dat kunt ge krijgen. Wilt ge brandewijn? daar is hij." En dan gingen jury, veroordeelde en toeschouwers aan het drinken, tot dat zij niet meer op hunne beenen konden staan. Een jong Parijzenaar van goede familie had in dat district eene brandewijnnering opgezet en maakte snel fortuin. Hij had slechts met ééne moeijelijkheid te kampen. Onder zijne klanten telde hij een Amerikaansch matroos, die gedeserteerd was en die telkens met de pistool in de hand een mondvol brandewijn kwam vragen, maar zelden of nooit betaalde. Mijn jonge landgenoot, ongeduldig wordende, nam zijn toevlugt tot den alcade. De manhafte magistraat schreef juist een doodvonnis, dat hij zoo even had uitgesproken. Op de klagt die hem gedaan werd, gaf hij geen antwoord; doch toen de bijzonderheden waren uiteengezet, strekte hij de hand uit, nam van de tafel aan zijne regterzijde een paar pistolen en reikte die den klager over en dat alles zonder van het papier op te zien. "Maar wat beduidt dat? mijnheer de Alcade," vroeg de andere. "Pak maar aan," antwoorde de alcade, zeer lakoniek, "gij hebt u laten beleedigen; derhalve hadt gij blijkbaar geene pistolen. Neem ze dus maar, later zal ik ze wel van u terug krijgen." Mijn landgenoot keerde naar zijne tent terug, pakte zijnen boedel bij elkander, en verliet het land, om er nimmer weder terug te keeren. "Ik heb 60,000 francs," zeide hij nog later, toen hij mij dit geval vertelde, "en gelukkiglijk staat mijn hoofd nog vast op mijn romp. Laat de alcade naar den henker loopen! Met de eerste de beste gelegenheid keer ik naar Frankrijk terug." Weinige weken voor dat ik naar San Francisco vertrok, moesten er algemeene verkiezingen plaats hebben tot het zenden van afgevaardigden naar eene conventie, welke te Monterey zitting zou houden. De strijd tusschen de verschillende partijen was zeer levendig. De eenige die met bijna algemeene stemmen verkozen werd, was de alcade van den Sacramento, vermits hij bekend was als een man die een vasten wil bezat en steeds bereid was om niet met ijdele woorden, maar door daden de goede zaak voor te staan. Dat bij de Amerikanen overigens stoutmoedigheid en beradenheid met liefde voor de orde gepaard gaan, bewijst de volgende gebeurtenis waarvan Californië het schouwtooneel was: In de eerste dagen na het ontdekken der mijnen had zich eene bende gevormd, waarvan de leden--Amerikanen, Franschen en Engelschen--den naam van _honden_ aangenomen hadden. Het erkende doel dezer vereeniging was, om door middel van vrijwillige inschrijvingen die leden der bende te ondersteunen, die, zonder goed gevolg in de mijnen gewerkt hebbende en buiten staat zijnde dien arbeid voort te zetten, naar hun vaderland wenschten terug te keeren. Ieder droeg als onderscheidingsteeken, een streep op den linkerarm. Gedurende eenigen tijd had men zich niet over de _honden_ te beklagen, die buitendien de orde te San Francisco handhaafden en de overheden telkenmale ter hulpe snelden, wanneer dezelve dreigde verstoord te worden. Van lieverlede rezen er echter geschillen tusschen hen en de Chilianen, die, zeer geoefend in het gouddelven en bij benden werkende, met weinig moeite schoone resultaten verkregen. De _honden_, met welke het tegenovergestelde het geval was, lieten daarop de Chilianen weten, dat zij onverwijld de terreinen moesten verlaten, waar zij aan het delven waren en dat zij naar hun land moesten terugkeeren. De Chilianen weigerden natuurlijk hieraan te voldoen, hetwelk een algemeenen strijd tusschen de beide partijen ten gevolge had. De Chilianen werden op alle punten geslagen en vlugtten gezamenlijk naar San Francisco. De _honden_, hiermede niet te vreden, trokken mede naar San Francisco; dagelijks hadden er toen bloedige gevechten plaats; noch orde, noch veiligheid heerschten meer in de stad, daar boosdoeners van alle landen van de gegevene omstandigheden tot hun eigen voordeel partij trokken. Geheel straffeloos werden de huizen vernield, magazijnen verbrand en vooral de bewaarplaatsen van wijn en sterke dranken geplunderd. De inwoners van San Francisco stoorden zich in het minst niet aan dezen staat van regeringloosheid; zij gingen en kwamen en regelden hunne zaken, even als of zij niets met de strijders gemeen of eenig belang bij de twist hadden. Alleen de Engelschen, gewoon aan de krachtige bescherming van hun gouvernement, vóór alles vrienden van goede tucht, waren diep verontwaardigd en protesteerden tegen de strafwaardige onverschilligheid van het Amerikaansche gouvernement. Zoo was de stand van zaken, toen zich in San Francisco het gerucht verspreidde, dat de _honden_ eene legerplaats der Chilianen waren binnengedrongen, de mannen hadden verslagen, de vrouwen onteerd en vermoord en de lijken en tenten hadden verbrand. Het was des avonds, dat de tijding dezer gruweldaden zich in San Francisco verbreidde. Den volgenden morgen zeer vroegtijdig begaf zich zekere Brennan, chef van de secte der Mormonieten, naar de groote markt, terwijl hij met groot geweld een schel luidde, die hij in de hand hield. De inwoners ontwaakten, verlieten hunne huizen en gingen naar dezelfde plaats, uit nieuwsgierigheid om te weten wat geschieden zoude. Brennan sprong toen op eene verhevenheid en sprak de talrijke volksmenigte aan. Hij was een man des volks; zijne taal was ruw, openhartig en krachtig. "Wij zijn lafaards, ellendelingen en schelmen!" riep hij uit. "Wij staan hier met over elkander geslagen armen en met opgerigte hoofden, tijdens eene bende roovers onder onze oogen gewelddadigheden bedrijft, die om wraak schreeuwen! Zullen wij zoo blijven wachten, tot dat zij onze eigene vrouwen en kinderen komen beleedigen? Heden vermoorden die bandieten de vreemdelingen--morgen zullen zij het ons doen. Amerikanen! uw gedrag doet mij blozen! Gij zijt zelfzuchtigen en lafaards! Wat mij betreft, ik zal mijn huisgezin en hetgeen ik bezit weten te verdedigen. Ik snel onmiddelijk naar mijn huis terug ten einde mij met mijne pistolen te wapenen en ik zweer het bij den hemel, dat ik den eersten den besten _hond_, dien ik ontmoeten mogt, de hersens verbrijzelen zal. Zijn er onder u, wier hart op de regte plaats zit, dan volgen zij mijn voorbeeld."--Het volk beantwoordde dien roep. _Te wapen!_ klonk het van de eene zijde der stad naar de andere. Franschen, Engelschen, Duitschers en Amerikanen lieten zich inschrijven, om aan den kruistogt deel te nemen. Den avond van dienzelfden dag bevonden zich al de opperhoofden der _honden_ in hechtenis, en dienzelfden avond ook werden zij allen opgehangen, op last van meergemelden alcade van den Sacramento. Na dien tijd bleef steeds de volmaaktste orde niet alleen te San Francisco maar ook in de omstreken dier stad heerschen. Overigens is er sedert de maand September jl. eene geregelde policie te San Francisco tot stand gekomen: zij bestaat slechts uit 15 man, maar deze zijn ook tot alles besloten en kwijten zich op eene zeer voldoende wijze van hunne taak. Men kan het getal der personen, die dagelijks over zee in Californie aankomen, op twee duizend begrooten. Iedere Europesche staat is ruimschoots in deze soort van landverhuizing vertegenwoordigd. De Amerikaansche schepen worden al dadelijk herkend aan drie donderende hoeras, die van de passagiers en het scheepsvolk opgaan, zoodra zij de haven van het Eldorado binnenloopen. Een eenvoudig handwerksman wordt thans tegen 150 piasters iedere maand in dienst genomen; een kok bedingt ligtelijk 300 piasters per maand, en het werkvolk, de timmerlieden, smidsgezellen enz., worden nog hooger betaald. Dien ten gevolge is schier ieder zijn eigen knecht, en menschen die millioenen bezitten, bevinden zich in de noodzakelijkheid hunne laarzen zelven te poetsen en huisselijk werk te verrigten. Voor den arbeider is het leven overigens niet uitermate duur. Het vooreerst nog overvloedige vleesch wordt à 2,50 fr. per kilo verkocht. Van gezouten vleesch en scheepsbeschuit is de markt overvoerd en is de prijs daarvan niet hooger dan in Europa. Even zoo is het met de sterke dranken gesteld, die slechts moeijelijk te plaatsen zijn. Bordeaux wijn was in zulk eene groote massa aanwezig, dat men hem overal vond en niemand dien bijna meer koopen wilde; doch plotseling kochten de mijnwerkers al wat van Bordeaux wijn aanwezig was van de markt. Zij deden dit, vermits eenige belanghebbenden hun hadden diets gemaakt, dat het gebruik van sterke dranken den mijnwerker koortsen en kwalen op den hals haalde, terwijl de Bordeaux wijn daartegen een voorbehoedmiddel was. Het is moeijelijk, zoo niet onmogelijk, om de handelaren juist in te lichten over de soort van artikelen die zij met goed gevolg naar San Francisco zouden kunnen zenden. De afstanden zijn zoo groot dat de markt sedert verscheidene weken met een bepaald artikel kan overvoerd zijn, alvorens de afgezonden lading op de plaats der bestemming aankomt. Ofschoon de consumtie van sommige artikelen onberekenbaar is, worden er zoo ontzagchelijke massas en langs zoo verschillende wegen van aangevoerd, dat er langen tijd zal moeten verloopen alvorens men op de behoeften der plaats min of meer juiste berekeningen zal kunnen gronden. Californië ontvangt niet alleen uit de Vereenigde Staten en Europa zijne bewerkte artikelen; maar ook China levert die op en wel in aanzienlijke hoeveelheden, even als Manilla en Sydney. Van den anderen kant bestaat er geene nabijzijnde markt waarop men het te San Francisco overvoerde kan overbrengen. De Sandwichseilanden, Oregon en de Russische provinciën van Noord-Amerika, de eenige plaatsen van verbruik welke men in dat gedeelte der Stille of Zuidzee aantreft, kunnen in eene dergelijke crisis slechts geringe afleiding verschaffen. Alles is kansspel, en de Europeesche koopman die bezendingen goederen derwaarts expedieert, heeft evenveel kans om 500 pCt. te winnen als te verliezen. Zoodra de pakhuizen en entrepôts die men thans te San Francisco bouwt, voltooid zullen zijn, zullen de zaken geheel van aanzien veranderen. Dan zullen de goederen die in een oogenblik komen, wanneer er reeds veel zoodanige aanwezig zijn, in entrepôt kunnen opgeslagen worden om een gunstiger tijdstip af te wachten. Het is den kooplieden aan te raden om de goederen die zij derwaarts zenden, zoodanig in te pakken, dat zij op de plaats der bestemming zoo weinig mogelijk handen-arbeid vereischen. Want menig artikel dat aanzienlijke winsten zou opleveren wanneer het in een handelbaren vorm werd aangevoerd, geeft bij verzuim van die voorzorg slechts verlies. Ik zal als voorbeeld slechts de wijnen en brandewijnen aanhalen, die veel voordeeliger geplaatst worden bij kisten, dan bij okshoofden. De vereischte handenarbeid is natuurlijk een punt van gewigt in een land, waar hij zoo buitensporig duur is. Thans heerscht de diepste rust in de mijnstreken; Franschen, Amerikanen, Engelschen, arbeiden er naast elkander, zonder dat er de minste verdeeldheid ontstaat. Eene spade of houweel bij een gat in den grond, strekt ten bewijze dat deze groef een eigenaar heeft. Op dit teeken gaan de gravers voorbij en zoeken elders eenen nog onbezetten grond. Dikwijls verspreidt zich het gerucht, dat op een of ander bepaald punt heerlijke resultaten verkregen zijn; terstond stroomen de liefhebbers er heen; maar ieder eerbiedigt verkregen regten en neemt slechts eene plaats in, nabij hen die de ontdekking gedaan hebben. De goudzoeker is geen communist, maar echter van harte een democraat. Zoo hij u veroorlooft het door u gegraven gat te behouden, zal hij er zich echter krachtdadig tegen verzetten, zoo gij u van zekere uitgestrektheid of van een geheel veld wilt meester maken. Voornamelijk omdat de Chilianen en Mexicanen in dienst van maatschappijen getreden waren en niet regtstreeks voor zich zelven werkten, verzetteden de Amerikanen zich tegen hen en verjoegen hen van de mijnen. Ten slotte veranderde deze twist van karakter en werd een volkshaat. Zelfs wilden eenige benden Amerikanen, die van den Oregon gekomen waren, allen wegjagen die geen Engelsch spraken. Er was een oogenblik dat de talrijke Franschen werkelijk in gevaar geraakten en op zelfverdediging bedacht moesten zijn. Er woonde toen onder de Fransche landverhuizers een jong Vendeeër, die eerst onlangs van Otaheite was gekomen, waar hij als luitenant bij de mariniers diende. Op de eerste tijding der Februarij-omwenteling had hij zich gehaast een verlof te vragen, als reden opgevende dat zijn geweten hem niet veroorloofde onder eene regering te dienen, wier beginsel in strijd was met zijne familie-overleveringen en met zijne eigene begrippen. De gouverneur Lavaud, die zijne openhartigheid prees en zijn verdiensten op prijs stelde, had hem een verlof van eenige maanden toegestaan. De jonge Vendeeër maakte er gebruik van om zich naar San Francisco en van daar naar de mijnen te begeven waar hij begon te graven te midden van 500 à 600 Franschen met vooral deserteurs van walvischvaarders en Fransche oorlogsschepen. Allen waren zeer ontroerd over het plan der mannen uit de Oregon; en dewijl men vernomen had, dat zij voornemens waren op den zeer nabijzijnden verjaardag der Amerikaansche onafhankelijkheid hun plan ten uitvoer te leggen, grepen de Franschen terstond naar de wapens en schaarden zich onder de bevelen van den jongen luitenant. Men zond eenen parlementair naar de Amerikanen om hen te waarschuwen, dat men voorbereid was en dat, ingeval zij van bedreigingen tot dadelijkheden overgingen, men hen met karabijnschoten ontvangen zou. Deze laatsten nu hielden terstond eene vergadering om te beraadslagen over het gedrag dat zij tegen de Franschen zouden moeten voeren. Eenige heethoofden wilden slag leveren, maar de overgroote meerderheid verklaarde zich voor den vrede. "Waarom," riep een redenaar uit, "zouden wij met de Franschen vechten? Onze vaderen waren de vrienden der hunnen. Zij hebben te zamen voor dezelfde zaak gestreden, voor de onafhankelijkheid, van hun vaderland, en tegen dezelfde vijanden, de Engelsen. Rochambeau was een Franschman, Lafayette ook; hunne gedachtenis leeft bij iederen waren Amerikaan naast die van Washington. Het is heden de verjaardag onzer onafhankelijkheid; wij houden eenen maaltijd ter herinnering; daar moeten de Franschen ook plaats aan hebben; laat ons eene deputatie zenden om hen uit te noodigen." Dat voorstel werd bij acclamatie aangenomen en denzelfden avond schaarden beide volken zich om denzelfden disch en verbroederden er zich op luidruchtige wijze. Van toen af hebben de Franschen en de Amerikanen in de mijnen in ongestoorde eendragt geleefd. Hoe vreemd het leven in Californie ook moge zijn, wordt de aandacht der vreemdelingen spoedig op andere onderwerpen gevestigd. Wat immers is er waar--denken zij--van al het ongelooflijke, dat over de goudmijnen in Californie verhaald is? Worden zulke ontzagchelijke massa's goud op zoo eene gemakkelijke wijze uit dezelve opgedolven, als men zulks voorgeeft? Vinden eindelijk de talrijke emigranten die uit Frankrijk, Duitschland en Engeland, die van heinde en ver naar Californie stroomen, daar den zoo lang gehoopten voorspoed, de zoo lang gewenschte schatten, of zien zij zich genoodzaakt, na alle droombeelden van toekomstig geluk verloren te hebben, ziek naar ligchaam en geest, hunne toevlugt tot hunne respectieve consuls te nemen, ten einde hun vaderland weder te kunnen bereiken? Doordrongen van het belang dezer vraagstukken, heb ik handelaren, ingenieurs, burgerlijke en militaire ambtenaars en mijnwerkers die naar de mijnen gingen of van dezelve terugkwamen, ondervraagd; ik heb met eigen oogen willen zien en heb de overtuiging, dat al wat men mij van de voordeelen mededeelde, die de goudzoekers aan den Sacramento behalen, de zuivere waarheid behelst. Het eerste wat men hierbij in het oog moet houden is, dat er eigenlijk geene mijnen in Californië bestaan en dat men dus, om met vrucht te kunnen delven, geene kostbare ontginningen behoeft te doen. Langs eene uitgestrektheid van meer dan vijfhonderd vierkante mijlen vindt men het goud. Waar men zijne schreden rigt, waar men het oog laat weiden, ziet men den grond van de vele gouddeelen schitteren en wel in zulk eene mate, dat wanneer men b. v. met den hoed een weinig stof van den grond schept, naar de plaats gaat waar zich water bevindt en het stof wascht, men zuiver goud verkregen heeft. Men beschouwe dit niet als overdreven: het is eene daadzaak. De slotsom van het voorgaande moet echter niet zijn, dat voor ieder die dat beloofde land slechts bereiken kan, rijkdommen zijn weggelegd. Alhoewel men geene mijnen behoeft te ontginnen, alhoewel de bezwaren aan de gouddelving verbonden, oogenschijnlijk niets beteekenend zijn, wordt zoowel hier als elders alleen de rijkdom verkregen: door onnoemelijke ontberingen en harden arbeid. Eene spade in de hand te nemen, den grond op te delven, het goud er uit te zoeken--dit alles schijnt zonder twijfel eene kleinigheid, een vrij aangenaam tijdverdrijf te wezen; maar wanneer het gewigtige oogenblik daar is waarop de taak moet aanvaard worden, waarop men van bloedverwanten, vrienden en bekenden even als van de geneugten des burgerlijken levens moet afscheid nemen, waarop men in wildernissen moet doordringen alleen bewoond door beeren en tijgers en dit in gezelschap van ontvlugte galeiboeven--dan begint die koortsachtige lust om goud uit het Eldorado te gaan halen, een weinig te verflaauwen! Voorts is het een zoo terugstootenden arbeid om de opgedolven aarde in eene mand te laden, die mand op de schouders naar het, soms eene mijl ver gelegen water te dragen en daar persoonlijk de aarde in de open lucht en bij eene bijna onuitstaanbare warmte te wasschen! Ik heb mannen gezien van een sterk gestel en met den vasten wil om te slagen bezield, welke geheel en al ontmoedigd te San Francisco terug kwamen, en bij de gouddelving niets anders gewonnen hadden dan de koortsen, die ze verteerden; die mannen waren het niet gewend om handenarbeid te verrigten. Het is echter ook waar, dat ik anderen te San Francisco zag terugkomen, die na slechts eenige weken afwezig te zijn geweest, in den geel lederen gordelriem 10, 20, 50 en soms wel 100,000 francs aan goud mede bragten. Dit waren echter meest allen handwerkslieden, gedeserteerde matrozen of stevige boerenknapen. De maatschappelijke stand van zaken in Europa is hier omgekeerd. De eenvoudige arbeider wint daar naauwelijks het dagelijksch brood en wordt hier millionnair, terwijl de letterkundige, de bankier, koopman of kantoorbediende grooten kans heeft hier van honger om te komen, wanneer hij van de opbrengst van zijnen handenarbeid, brood moet koopen. De beide Californiën (Opper- en Beneden Californie) zijn van vulcanischen oorsprong en schijnen op een betrekkelijk kort geleden tijdstip, door aardbevingen verwoest te zijn. De oevers van den Sacramento uitgezonderd, waar de grond laag en boschrijk is, ontwaardt de reiziger in het geheele land niets dan meer of minder hoog opeengestapelde rotsblokken, welke kleine bergen van elkander zijn gescheiden, door uit den aard der zaak grillig gevormde valijen. Het is in deze valeijen, waarin de wateren van den Sacramento telken jare doordringen, of anders in de beddingen der stroomen, dat men uit den natten grond het goud delft. De wijze waarop de delvers het zand van het goud scheiden, geschiedt door middel van een werktuig, dat geheel op eene wieg gelijkt en even zoo geschud wordt, of door middel van eenvoudige tinnen spoelvaten. De resultaten, die hierdoor verkregen worden, zijn zeker en bijna onfeilbaar. De gemiddelde waarde van het goud, hetwelk ieder man op voornoemde wijze per dag verkrijgt, is zelden beneden de 60 francs. Men vergete het echter niet, dat men daarvoor arbeiden moet, zoo als op geene plek der aarde meer gearbeid wordt, met een weinig scheepsbeschuit en spek tot spijs, en brak water tot drank! Het is alleen de sterke, aan handenarbeid gewone man, die, gedurende eenigen tijd, tegen zulk eene zware taak bestand is en resultaten, als de opgenoemde, kan verkrijgen. Anders gaat het toe op de plaatsen waar de grond droog is. Daar moet de gouddelver eene meestal vier voet diepe laag aarde op zijde werken, om daarna den rotsachtigen grond met een houweel of scherp gepunten ijzeren staaf te vermorselen. Hier zijn de voordeelen minder zeker als bij de goudwassching, maar ook bij goed geluk aanzienlijker. Men ziet soms gouddelvers geheele dagen arbeiden zonder een enkel brokje goud te vinden en plotseling, wanneer zij er het minst aan denken, een kloofje ontdekken, waarin voor eene waarde van 3000, 4000 francs of ook wel meer aan goud ligt opeengestapeld. De tijding van een dergelijken vondst, is in een oogenblik door het geheele land verspreid. Honderden zijn spoedig op de plek bijeen; zij begeven zich aan den arbeid en dit met zooveel vuur, dat zij in één uur meer grond opdelven, dan anders in een halven dag. Doch meestal vergeefs, want--en het is opmerkingswaardig--de zoogenaamde goud_nestjes_ bevatten wel veel van het edele metaal, doch zij staan volstrekt met geene andere dergelijke in verband en men vindt bijna nimmer in hunne onmiddelijke nabijheid andere goudmassas. Men zoude zeggen, dat het goud, na door zware regens van de toppen der bergachtige verhevenheden te zijn gedreven, op een tijdstip, waarop deze nog door geene laag aarde waren overdekt, in de kloven en gaten van den vulcanischen grond zijn gespoeld. Al de goudklompjes hebben daarbij in meer of mindere mate een ronden vorm, als hadden zij door lang rollen, dien vorm verkregen. Kort geleden heeft men verschillende wijzen uitgevonden om het goud van aarde en zand te zuiveren. Vele der nieuwe uitvindingen hebben reeds aan de uitvinders aanzienlijke voordeelen opgeleverd, niettegenstaande thans aan den Sacramento naar goud wordt gezocht op plaatsen, die vroeger reeds door anderen werden omgewoeld. Velen leiden echter de rivier van hare natuurlijke bedding af, door middel van dijken, en wasschen dan het slijk, waarmede de bodem bedekt is, waardoor zij soms vrij wat goud bijeenzamelen. Een gezelschap goudzoekers, dat uitsluitend uit advocaten en geneesheeren uit Newyork bestaat, werkt op deze wijze in de nabijheid van _Mormon Island_, op de plaats zelve waar het goud het eerst ontdekt werd. Dat gezelschap levert het eenige voorbeeld op eener vereeniging van menschen op Californie, welke zich weet staande te houden en in welker boezem geene tweedragt heerscht. Al de vereenigingen of maatschappijen van gouddelvers, die zich met zoo veel ophef in de Vereenigde Staten, Frankrijk of Engeland organiseerden, waren reeds op denzelfden dag ontbonden, toen zij te San Francisco aankwamen en zoo zal het ook met alle andere maatschappijen gaan, die nog komen zullen. De handwerksman denkt: "De maatschappij rekent op mijne armen om fortuin te maken; maar nu ik eenmaal hier ben, heb ik de maatschappij niet meer noodig. Waarom zal ik zonder noodzakelijkheid het werktuig in de hand van een ander zijn? Waarom zal ik in eene betrekking blijven, die mij belet om te doen wat ik wil en die mij verbiedt voor mij zelven op die plaatsen goud te gaan delven, waar iedereen schatten vindt?"--En op den dag waarop die handwerksman zoo redeneert, verlaat hij San Francisco, trekt naar de mijnen en de arme directeuren der maatschappijen blijven geheel alleen achter met de machinen, die zij uit Europa medebragten en ook met een aantal bewijzen en geschriften, die wel is waar behoorlijk in orde zijn, doch waarmede zij niets kunnen uitrigten, daar de plaatselijke overheid--de laatste toevlugt die hun overblijft--niet bij magte is om de arbeiders, die vlugtende hunne contracten verbraken, tot het vervullen hunner verbintenissen te dwingen. Ik schrijf hier niet de geschiedenis van ééne, maar van bijna honderd maatschappijen. De eenige wijze van vereeniging die in Californie stand houdt, is die van bloedverwanten. Eene familie van zes jongens of meisjes, die goed kunnen werken en eensgezind leven, zoude in San Francisco, binnen zes maanden, 20 à 30,000 francs kunnen winnen.--Het leven is er overigens niet buitengewoon duur voor den man uit het volk. Scheepsbeschuit en spek koopt men er bijna tot denzelfden prijs als in de Vereenigde Staten. De huishuur is, wel is waar, voorbeeldeloos hoog opgedreven, maar men kan eene voldoende slaapplaats vinden in de tenten, die in onafzienbare reijen om en langs San Francisco zijn opgeslagen, en als het ware de faubourgs dier stad vormen. Op het terrein der gouddelving zelf was het leven gedurende langen tijd buitengemeen duur. Voor een flesch brandewijn betaalde men o. a. 100 francs, voor eene kleine doos met sprot 85 francs, enz. Thans zijn echter alle levensmiddelen tot zeer billijken prijs te bekomen, dank zij de stoombootdienst, die tot het aanvoeren derzelve werd ingerigt. De goudzoekers, meestal lieden uit de lagere klassen, hebben groote behoefte aan sterke dranken. Ook gebeurt het niet zelden, zoodra zij eenige duizende francs bezitten, dat zij gedurende vele dagen niet werken om op hun gemak aan die neiging, den Anglo-Sakser zoo eigen, den vrijen teugel te kunnen vieren. Meestal hebben zij den dag na hunne dronkenschap de, aan dit land eigenaardige, koortsen. Die koortsen dus zijn eer het gevolg van de ongebonden levenswijze der landverhuizers, dan van de eigenaardige luchtstreek dezer gewesten. Het land is in het geheel niet ongezond; te San-Francisco is de lucht zoo scherp, dat men er nagenoeg slechts wollen kleederen kan dragen. De bijna algemeene kleeding der goudzoekers bestaat in een rood of blaauw flanellen vest en een broek van grof laken of linnen. Na de Amerikanen maken de Franschen het grootste gedeelte der tegenwoordige bevolking van Californië uit. Men vindt er meer dan 10,000 zoo te San-Francisco als in de mijnen, en bijna allen slagen in hunne ondernemingen. Overigens is het hier zoo als elders: die het minste verteert, en niet die het meeste wint, wordt rijk. Dagelijks zie ik kooplieden,--die, zoo als men zegt, goede zaken hebben gedaan--in de grootste armoede, terwijl anderen die in het klein speculeren, na korten tijd met belangrijke winsten naar huis terugkeerden. Voor den Engelschen handelaar even als voor den Amerikaan, is genoegen dan ook onbestaanbaar met het drijven van zaken; zij gaan onvermoeid voort en veroorloven zich noch rust, noch eenige uitspanning en zijn steeds bedacht meer dan een ander te winnen. Ik heb reeds vroeger aangetoond waarin het werk bestond der goudzoekers van Californië; men heeft reeds kunnen begrijpen, dat het groote voordeel der landverhuizing alleen is voor werklieden, ambachtslieden en stevige knapen. Ik zal hierbij nog eenige weinige aanwijzingen voegen. De prijs van handenarbeid te San Francisco is 150 piasters per maand: dat is het minimum van het salaris en voor dit geld kan iedereen werk verkrijgen. Een kok wint 3 à 400 piasters maandelijks; timmerlieden, smeden en metselaars veel meer. Men moet hierbij echter in aanmerking nemen, dat de regentijd op het einde van December begint en voortduurt tot half Mei en gedurende dien tijd zijn er genoeg lediggangers en ziet men groote armoede. Zoo men den langsten, alhoewel minst kostbaren, weg om Kaap Hoorn neemt, om naar Californie te gaan, moet men zich met de reeders verstaan en van hen de toestemming erlangen om te San Francisco aan boord te blijven, tot dat men eene behoorlijke betrekking heeft gevonden. Zoodra de maand Mei voorbij is, bestaat er geen de minste hinderpaal tegen de ontscheping en alsdan kan de landverhuizer, bij het gebrek aan werklieden, zelf het loon bepalen dat hij verdienen wil. Men heeft 6 maanden noodig om naar San-Francisco om Kaap Hoorn te komen en dan nog wel als er geen oponthoud plaats heeft. Over de landengte van Panama is de reis wel korter maar tevens veel kostbaarder. Zoo men dien weg neemt, moet men zich naar New-York begeven, om er eene plaats te bespreken aan boord der Amerikaansche stoombooten naar de landengte. Zonder die voorzorg loopt men groot gevaar soms maanden lang te Panama te moeten vertoeven, bij gebrek aan gelegenheid om naar San Francisco te kunnen vertrekken. Van Havre naar New-York is de prijs van overtogt op de beste plaatsen ongeveer 450 francs, van New-York naar Chagres 1000 francs en van Panama naar San Francisco 1500 francs. Hierbij moet men nog voegen eene uitgaaf van 500 francs voor de kosten van muilezels enz. om over de landengte van Panama te gaan. Twintig jaren geleden deed men op een eilandje nabij Curaçao eene ontdekking, waarvan toen veel sprake was. Iemand had in eene negerhut waar hij eenigen tijd moest vertoeven, twee groote stukken metaal bemerkt die men als haardijzers bezigde. Bij een naauwkeurig onderzoek bevond hij dat het goud was en verkreeg de beide staven zeer gemakkelijk voor eenige zakdoeken en een pijp. De plaats onthoudende waar die kostbare voorwerpen gevonden waren, ging hij naar Curaçao en verkocht er zijn goud voor 150,000 francs. De algemeene nieuwsgierigheid werd terstond gaande gemaakt. De autoriteiten begaven er zich heen, lieten die plaats door troepen bewaken en toen ging men voor rekening van het Hollandsch gouvernement aan het werk. Na eenige maanden had men voor 5 of 6 millioenen goud gevonden, maar na dien tijd scheen de bron eensklaps op te houden, want hoewel men van alle kanten groef, vond men niets meer. Doch wat Californie betreft, hierover behoeft men zich niet te verontrusten, want die mijnen zullen zoo spoedig niet uitgeput zijn. De ontdekking der mijnen van Californie is daarenboven slechts eene inleiding tot soortgelijke ontdekkingen die men in Zuid-Amerika kan doen, hetwelk nog te naauwernood door de Spanjaarden is onderzocht. De afstammelingen der oude Spanjaarden die in Mexico of Peru aankwamen, en die nog thans eene bijzondere en vrij aanmerkelijke klasse uitmaken, zouden de pogingen der arbeiders veel eer begunstigen dan hinderen. Na in het eerst maar wrevelig de Amerikaansche overheersching te hebben geduld, beginnen zij thans een weinig zich naar de tijdsomstandigheden te schikken. Ik heb nooit een schooner ras aangetroffen dan dat der Spanjaarden van Californie. De mannen zijn groot, wel gemaakt en vol energie, de vrouwen hebben, behalve schoon gitzwart haar, behalve eene waardige en lieftallige houding en al de schoonheid der Andalusische, eene huid die met de blankheid en zachtheid der Engelsche vrouwen wedijvert. De Indianen, vroeger zoo gelukkig en zoo gevorderd in beschaving, staan op het punt van uit de rij der volken te verdwijnen. De lieden die uit de Oregonstreken kwamen, behandelen hen als wilde dieren en dooden hen even ongevoelig als ze wolven of tijgers zouden doen; de Indianen, van natuur reeds zeer wraakzuchtig, wreken zich nu zonder onderscheid op iedereen. De veete is hierdoor algemeen geworden en zoodanig, dat vele lieden die de ongelukkige Indianen beklagen, voor hunne persoonlijke veiligheid hen evenwel moeten bevechten. In Californië is de invloed der Vereenigde Staten alleen op het punt van den handel zigtbaar, en niet in de politiek. Eene conventie in Opper-Californië, onlangs te Monterey aangekomen, heeft eene constitutie aangenomen, waardoor Californië een zelfstandige staat geworden is; nu zou niets deszelfs aanhechting bij de Vereenigde Staten moeten vertragen. En evenwel schijnt zulks niet het geval te zullen zijn, zonder langdurige en ernstige debatten. De slavenhoudende staten, wier gewigt nagenoeg gelijk staat met dat van die welke de afschaffing der slavernij voorstaan, zullen zich waarschijnlijk er tegen verzetten dat Californië, welks constitutie ook de slavernij verbiedt, de magt van hunne tegenstanders kon vergrooten. Ten einde die moeijelijkheid uit den weg te ruimen, heeft het gouvernement der Unie, eenen specialen gelastigde naar San Francisco gezonden om eene onverwijlde beslissing over dit punt uit te lokken. De tijd is dus nog niet gekomen om te onderzoeken, welke invloed de aanhechting op de beide landen zou uitoefenen; maar dit alleen is hoogst waarschijnlijk, dat Californie voor de oude en nieuwe wereld nog kostbare bronnen bezit en zal blijven bezitten. Zeker is het dat de Vereenigde Staten er ook partij van zullen trekken, maar ook zeker is het dat zij zulks niet alleen zullen doen. Europa zal ontegenzeggelijk een groot aandeel in die winst hebben. *** End of this LibraryBlog Digital Book "Californie" *** Copyright 2023 LibraryBlog. All rights reserved.